1678 -1679 (letter 13 - Johannes Overneij)
54
(1679 - in pencil, probably the date received)
Hoogh eerwaerde Godtsal: en hooghgeleerde heeren en broeders des Classis tot
Amsterdam :-
Also het Godt Almagtigh belieft heeft ons door syne goedertierens bewaer-
ringe geluckigh en behouden te brengen aen de Caep de Bona Esperance den 17
october, ao' 1678 nae dat wy den 21 mej uit Thessel waeren gelopen, so laet
ick u hoogh eerw: met dese myne letteren laet weten, als dat wy, nae dat
wy daer aen lant gecomen wa[e]ren, hebben bevonden, dat d: Hulsenar sal:
die ontrent 21 maenden dese ge[m]einte met het geestel: voetsel van Godes
h: woort en der h: sacramenten heeft bedient, doe ontrent 10 maenden ge-
leden was overleden, so hebben de e: heer Hendrick Cruidop, commandur-
rende in de plaets van den ed: heer Backs sal: en de e: achtb: raeden
goet gevonden, om dese gemeinte niet langer onbloot te laeten, dewyle
d: Stumphius voorby was gepasseert, en so haest geen gelegentheit en saegen
om van een dienaer te conen versien werden, my de eere hebben gedaen, ende
versogt om daer te blyven, twelck van my ooc met een gewillige genegentheit is aenge-
nomen, verhopende dat de Opperherder J: Ch: die my hier gesonden heeft met syn
kragt en [g..een] sal aendoen, om deselve als een onberispelyck voorbeelt voor te
gaen, en Hem veele sielen toe te brengen. Ick dancke myn Godt, dat Hy mij
hier gebragt heeft, also ick ten hooghsten vergenoeght ben, want hier een ta-
melycke gemeente, een burgerlyck volck, en hier is een frei man die het
opperhooftschap becleedt, en een seer ordentelycke regeringe, en can als nog
niet anders vermercken (sonder roem gesproken) als een goet genoegen.
En also hier voor desen eenige swaerigheit wierde gemaeckt over het doopen
van slaven kinderen, so is dan goet gevonden, om daer over nae Batavia to schryven,
en hebben den ed: heer generael en syne e: achtbare raeden van Indien dese tsamen
gaende Resolutie overgesonden, waer [naer] dat sig altyt hebben gereguleert de die-
naers van dese gemeinte. Maer also d: Philippus Baldeus, comende van Ceilon en
vertreckende nae het vaderlant heeft geweigert een companie slaven kint hier ter
plaetse te doopen, en dar by verhaelt hoe sulkx was tegen de ordre der kercken in [in-]
dien, en dat selve wert ons deschetycks geconfirmeert van den eerw: broeder
d. Johannes de Vooght nu comende van Ceilon nae het vaderlant. Ick en vinde
hier niets van in onse kercke boeck, [weot] evenwel dat hier van particulier resolutien
by de e. synoden beraemt. Op dat wy dan hier van ten vollen verschiet mogten syn, so
versoeckem wy aatmoedelyck het oordeel advys en resolutien hier van de eerw:
broederen te verstaen. Om dan u eerw: volcomentlyck te informeren van't gene
hier in tot nog toe gedaen is, en welcke kinderen alhier gedoopt syn, so dient te weten:-
1. dat geen kinderen van onse eigene inwoonders, de Hottentots, werden gedoopt dan
alleen een vrou, die [leedemaet] geworden synde haere kinderen ooc gedoopt syn: dog
dese natie is [tunemael] afkeurigh van onse godtsdienst, wat middelen daer toe ooc
voor desen syn aengewent.
2. ooc niet alle kinderen van slaven werden gedoopt, maer allen somige, waer van
de meesters en eigenaers deselve comen te presenteeren, en daer voor beloven, om die mede
te sullen onderwysen in de christel: religie welcke belofte van sommige wel wat beter
behoorde betracht te worden, overmits een ieder huisvader de syne [deer] van moeste ver-
sorgen, want al syn het syne slaven, en lyfeigen, so syn het evenwel menschen,
en behoorden door haere slavernie by ons niet erger maer geluckiger gemaeckt te
worden.
3. dat ordinaris gedoopt werden de slaven kinderen, daer van de ouders by de Portugee-
sen gedoopt syn; ooc die kinderen, die by de Duitse natie worden geprocreert, 't sy dat de
moeders syn gedoopt, of niet; en ooc alle slaeven kinderen, die de e. companie toe-
behooren, waer voor by den h. doop een companys dienaer antwoort, welcke kinder-
ren dan daer naer ter scholen werden gesonden, en men laet haer leren leesen
en schryven, waer van enige de vragen van onse christel. cathechismus promtelyck
alle sondagen weten op te seggen over de kercke, en nae der hant werden sy dan ge-
sonden tot den arbeit
4. ooc werden gedoopt kinderen van Paepsys ouders geboren, mits dat gerefor-
meerde getuigen daer voor antwoorden.
Over welcke saecke wy van de eerw: broederen onderri[ch]inge verwachten, op dat wy
mogen weten hoe wy met de beste ordre in Godts huis sullen [verkeeren]. De grote Godt
kroone uwe hoogh: eerw: arbeit met een vollen segen des Evangeliums.
Uwe eerw: dienstwillige medebroeder
Johannes Overnei [symmista]
aen de Caep de Goede Hoope
Elbert Dimeer
Ouderling
55
(envelope)
[Aen] den hoogh-eerw. Godsal:en
geleerden Broederen des
Classis van
Amsterdam
[Peextraheeri[...] (the rest of text is gone where a hole in the paper was restored)
notes:
Letter 13 in the series. According to Rev. Overneij, the included resolution was sent to the Cape from the government of India (Batavia) when in fact only the 'missive' came from Batavia, but the resolution itself was drafted by the government (Council of Policy) at the Cape of Good Hope. Both of which can be found elsewhere in this category.
Source: Stadsarchief Amsterdam, Archief van de Classis Amsterdam van de Nederlandse Hervormde Kerk: Ingekomen stukken betreffende kerkelijke zaken op Kaap de Goede Hoop,1655 -1792
Citation: NL-SAA, archiefinventaris 379, inventarisnummer 206, pp. 54-55
- Hits: 8837